Als een scène in een goedkope komedie, doorspekt met de nodige clichés, zagen Piet en ik elkaar vorige week vrijdag terug op de luchthaven. Calvin, onze chauffeur in lilakleurig nachthemd (eigenlijk zou ik moeten zeggen gewaad maar nachthemd omschrijft het toch beter), bracht ons terug naar onze wijk. Over een schotel gefrituurde bananen en gebraden kip vernam ik de laatste Belgische nieuwtjes en bespraken we ons programma voor de komende week. Het noorden zou onze eerste bestemming worden. Op dat moment hadden we er nog geen idee van hoe belangrijk die keuze was geweest.
Aangezien de nationale vliegtuigmaatschappij zelf door de Kameroenezen als compleet onbetrouwbaar wordt beschouwd, was de keuze voor de nachttrein vlug gemaakt. Na een wachttijd van een slordige 2 uur op de loketverantwoordelijke (wat piets eerste kennismaking met Afrika was) konden we toch een couchette bemachtigen om diezelfde avond te vertrekken; maar of die bedjes al dan niet nog eens 3x verkocht waren, zouden we pas die avond zien. Intussentijd wou ik piet Yaoundé laten zien, wou ik hem tonen hoe je 7 miljoen mensen in één stad propt, hoe het onmogelijk is een taxi te vinden zonder barsten in de vooruit waardoor de doorsnee carglassmedewerker in extase zou verkeren, hoe doodsoorzaak nr 1 hier niet AIDS maar het oversteken van de straat is, hoe je smeergeld moet betalen om op zaterdag een ‘officiële’ stempel voor je paspoort te bemachtigen, hoe je een halve schoenwinkel op je hoofd verplaatst, hoe de lokale pornoster haar beste acteerprestaties aanwendt in het filmpje bij de kapper,…
Om 17h vertrokken we terug naar het station, in de hoop, al was het maar tussen de kippen en de bananen, een plaatsje te bemachtigen op de trein naar het noorden. Tot mijn grote verbazing arriveerde de trein op tijd en in een mum van tijd had ik me op mijn bedje geïnstalleerd, volledig klaar voor dit nieuwe avontuur en heel benieuwd hoe de wereld er zou uitzien als ik morgen mijn ogen opendeed.
De Savanne, wat voordien enkel een begrip was uit de aardrijkskundeles, strekte zich nu eindeloos voor ons uit. Ik dacht dat ik er nooit genoeg van zou krijgen, maar na de, op de trein aansluitende busreis van 9 uur, was ik toch wel blij dat we onze eindbestemming Maroua bereikt hadden. We stapten van de bus en werden aangesproken door Jean-Luc, die ons aanbood ons naar het hotel te brengen. Nadat we er goed en wel in geslaagd waren met 3 personen en 2 rugzakken op zijn moto te kruipen, vertelde Jean-Luc ons dat hij excursies organiseerde. Omdat we toch wel vermoeid waren en het al laat was besloten we met Jean-Luc in zee te gaan.
De volgende ochtend kwam Ibrahim, de chauffeur, ons in het hotel oppikken en vertrokken we richting Waza Nationaal Park, the place to be om wildlife te spotten in Kameroen! De giraffes, de struisvogels (inclusief ei!) en de verschillende soorten antilopen traceren was niet al te moeilijk maar omdat onze chauffeur te lui was om verder door te rijden naar de olifanten en omdat de term 4×4 bij onze wagen enkel sloeg op de wielen maar zwaar tekortschoot wat betrof de motor, de batterij, de ophanging en de carrosserie waren we verplicht vroegtijdig uit het park terug te keren en de volgende dag terug te keren. Maar toen we de volgende ochtend een groep van meer dan 60 olifanten in hun natuurlijke habitat zagen, waren de blauwe plekken door de jeeprit vlug vergeten.
Na de safari zetten we richting Odjilla waar een man met zijn 49 vrouwen en 113 kinderen een volledig dorpje op zich vormden. De landschappen die onderweg aan ons voorbijgleden waren adembenemend. Dorpjes bestaande uit kleine vierkante of ronde huisjes met strooien dakjes, omringd door enkele geiten, een ezel en tientallen kleine kinderen in een restant van een T-shirt met een immer aanwezige glimlach stonden in schriel contrast met het ruwe karakter van de bergen.
’s Avonds kwamen we aan in Rumshiki, een klein bergdorpje van waaruit we onze 2-daagse trekking zouden starten. Op een aangenaam tempo trokken we de bergen in. Vanuit het niets kwamen kinderen opgedoken en riepen ‘cadeau madame’!. We hadden balpennen voor zowat een ganse basissschool meegesleurd maar we waren ze vergeten in Yaoundé. Mijn hart brak telkens zo’n kind zielig naar mij keek en ik hem niet kon geven. Bij gebrek aan stylo’s knutselde Piet in één van de dorpjes een halve miniatuur zoo in elkaar met stukjes hout en bladeren, tot groot jolijt van de kinderen. Vooral de giraffe werd op veel enthousiasme onthaald. In de late namiddag kwamen we aan in het dorpje waar we zouden overnachten. Bij het afdak bestaande uit wat stronken, wat stro en een mat op de grond, zei Koda, onze gids, ‘on va dormir ici’. Ik ben volledig fan van ‘back to basics’ maar ik moet toch wel toegeven dat ik blij was toen Koda na enkele uren zei: “ik zal jullie je kamer tonen”!
De volgende dag bereikten we kort na de middag ons beginpunt Rumshiki waar Ibrahim op ons wachtte om de terugkeer naar Maroua aan te vangen. Toen we terug de bewoonde wereld binnenreden, kwamen de gemiste berichten van Alex en Laurens binnen: er waren stakingen en ernstige rellen in de rest van het land. De media, die volledig gecontroleerd wordt door de overheid, meldde dat de oorzaak de prijsstijging van de benzine en andere levensmiddelen was, maar voor de man in de straat was het veeleer de corruptie die in alle lagen van de maatschappij voelbaar is en het feit dat Biya al meer dan 25 jaar aan de macht is, tegen de wil van het volk in. Een, wat je op zijn minst kunt noemen, licht ontvlambare situatie. De vakantiestemming was vlug voorbij, misschien zou ik één van de volgende dagen op het vliegtuig richting België moeten stappen. Ik mocht er niet aan denken. We informeerden ons bij het Belgisch en het Frans consulaat maar aangezien er in het noorden absoluut geen problemen waren, werd ons aangeraden daar te blijven. Jean-Luc had zich ondertussen ontpopt tot ons persoonlijk infopunt, chauffeur en bodygard. Dankzij zijn goede zorgen, hebben we nog een zalige tijd gehad. Omdat we dan toch maar onze, eventueel laatste, dagen goed wouden besteden boekten we nog een excursie naar het Meer van Maga waar we een tiental nijlpaarden vanuit een kano konden gadeslaan. Echt schitterend! Daar bovenop was er die dag een groot feest in Maroua gepland met paardenrennen en traditionele vechtpartijen. Het was weer op en top vakantie!
Ook het leven in Yaoundé had blijkbaar zijn normale koers weer aangevat en ook mijn jaargenoten hadden de indruk dat voorlopig de rust was weergekeerd. De volgende dag trokken we, op dezelfde manier als we naar het noorden gekomen waren, terug naar Yaoundé. We kunnen nu enkel hopen dat de rellen uitblijven en we onze termijn hier mogen uitzitten want het zal sowieso met veel pijn in het hart zijn dat ik Afrika achterlaat.